— Slaap maar in de keuken, jij bent jong — zei mijn schoonmoeder terwijl ze mijn kamer aan de gasten gaf: maar ik bedacht een plan om hen uit mijn kamer te krijgen 😊😱
Toen mijn schoonmoeder zei dat er familie uit het dorp zou komen, was ik zelfs een beetje blij — ach, wat oude tantes voor een paar dagen, wat thee drinken, kletsen en weer weggaan. Geen probleem. Totdat ze ineens zei:
— Ze slapen in jouw kamer. In jouw bed. Dat is gezelliger.
Ik begreep eerst niet wat ik hoorde.
— Sorry? In mijn kamer? In mijn bed? En waar moet ík dan slapen?
Ze keek me aan alsof ik de grootste egoïst ter wereld was.
— Slaap in de keuken. Jij bent jong — jij slaapt overal wel. Maar die mensen van het platteland zijn moe, die hebben rust nodig.
Mijn beleefde protesten liepen tegen een muur op. Ze was al kussens en dekens naar mijn kamer aan het dragen. En de gasten stonden al in de hal, onder de indruk van het interieur alsof ze in Versailles waren beland.
Ik probeerde nog te zeggen dat we een bank in de woonkamer en een luchtbed hebben, maar ze kapte me af:
— Die oude mensen van het dorp gaan kapot op een bank! En het tocht daar! Klaar, einde discussie.
Ik trilde van woede. Ik liep met mijn deken naar de keuken en voelde me een vreemde in mijn eigen huis.
Maar hoe langer ik erover nadacht, hoe duidelijker het werd: dit kon echt niet. Moet ik me echt laten vernederen onder het mom van “respect voor de gasten”?
Toen kreeg ik een idee om mijn schoonmoeder een lesje te leren en die ongewenste gasten uit mijn kamer te krijgen 😊🫣 Vervolg in de eerste reactie 👇👇
In de kast had ik een klein flesje pepermuntolie. Heel geconcentreerd. Ik druppelde het royaal op de kussens en lakens terwijl de gasten in de badkamer waren.
Binnen een minuut stonk de kamer zo erg dat je ogen ervan prikten en ademen moeilijk werd.
Daarna zette ik stiekem een geurbrander met… azijn naast het bed. Ja, de soort die je hersens wegbrandt. Ik zette hem aan en vertrok.
Na vijftien minuten begon de chaos.
Eén van de tantes kwam hoestend de kamer uit rennen, met haar handen zwaaiend:
— Het stinkt daarbinnen! Ik kan mijn ogen niet openhouden!
Mijn schoonmoeder ging naar binnen, kwam vijf seconden later terug met haar neus dichtgeknepen:
— Mijn hemel, wat is dat voor lucht?!
— Geen idee — haalde ik mijn schouders op. — Misschien de ventilatie. Of het oude matras. Ik slaap altijd in de keuken, dus ik heb nooit iets gemerkt…
Uiteindelijk verhuisden de gasten naar de woonkamer. En mijn schoonmoeder, die trots beweerde dat “het haar niets uitmaakt waar ze slaapt”, ging naar de keuken.
En ik? Ik ging in mijn bed liggen. Ik opende het raam. Zet de ventilator aan. En sliep als een prinses.
Sindsdien heeft niemand ooit nog geprobeerd mijn kamer in te pikken.









