Mijn man eiste dat ik mijn zomerhuis aan zijn moeder gaf. Het zomerhuis dat ik vanaf nul had opgebouwd en waarin ik al mijn geld en tijd had geïnvesteerd.
– Mama verdient iets beters – zei hij, alsof het ging om het wegdoen van een oud meubelstuk. – Jij koopt later wel weer iets… ooit.
Ik moest akkoord gaan, maar ik bedacht een briljant plan om wraak te nemen op mijn gierige schoonmoeder, voor wie een ruime flat niet genoeg was.
In de reacties vertel ik wat ik heb gedaan 👇👇
Lente, mijn zomerhuis. Ik zat met mijn knieën opgetrokken, gehuld in een wollen omslagdoek, terwijl ik uitkeek over de tuin die ik jarenlang had verzorgd. Dit huis had ik met bijna blote handen gebouwd.
En nu was het niet meer van mij.
– Mama verdient iets beters – zei mijn man opnieuw, alsof het over iets waardeloos ging. – Je koopt ooit wel weer iets.
“Ooit.” Zo makkelijk was dat.
Hij sprak namens zijn moeder – een vrouw die me altijd met een lichte frons bekeek, alsof ik haar zoon niet waard was.
Zij wilde het zomerhuis. De ruime flat was niet genoeg.
’s Nachts kon ik niet slapen. Ik zat in de stoel bij de open haard, terwijl mijn gedachten maar bleven malen. En toen… klikte er iets. Ik wist: ik heb een wraakplan nodig.
Bij zonsopgang was het plan klaar. Die ochtend transformeerde ik de tuin volledig. Ik verplaatste bloembedden, verborg het gereedschap en op de plek waar ooit een knus theehokje stond, plaatste ik een roestig bad gevuld met riet.
Alles zag eruit alsof het al jaren verlaten was.
Toen begon ik aan het huis. Ik haalde de gordijnen weg, verstopte de kussens, ruimde het servies op en bedekte de meubels met grauwe lakens. Het huis voelde meteen leeg en koud aan.
Toen mijn schoonmoeder arriveerde om “haar nieuwe bezit” te bekijken, bleef ze verstijfd bij het hek staan.
– Dit… dit is niet wat je me had verteld – fluisterde ze tegen mijn man.
Ik haalde mijn schouders op: – Alles eerlijk. Het huis is zoals het is. Je mag erin wonen of het verkopen. Maar vanaf nu doe je alles zelf.
En ik vertrok. Niet in tranen, niet vol woede.
Een paar maanden later opende ik een klein theehuis in de stad.
Mijn schoonmoeder bleef niet lang in het zomerhuis. Men zegt dat ze het probeerde te verkopen. Maar niemand wil het kopen.
En ik mis het niet meer. Want soms, om iets van jezelf te behouden, moet je het durven loslaten.