Het oude vrouwtje liet haar invalide man achter in het bos zonder eten of water: ’s nachts zag een hongerige wolf hem, en er gebeurde iets onverwachts 😱😱
Het oude vrouwtje veegde moe haar voorhoofd af terwijl ze naar het levenloze lichaam van haar man keek, liggend op de kar. Al lang kon hij niet meer opstaan uit zijn geïmproviseerde strobed, at hij niet zonder hulp, sprak hij niet — hij ademde alleen zwaar en staarde met troebele ogen naar het plafond.
Voor haar was haar man al lang een zware last. Ooit was hij een sterke man, een kostwinner, een beschermer. Maar de jaren hadden hem alles afgenomen. Nu at hij alleen nog het laatste beetje brood op, zonder iets terug te geven.
Op een dag, nadat ze hout had gehakt en het gejammer en de slapeloze nachten niet meer kon verdragen, besloot het vrouwtje dat het genoeg was. Ze sleepte haar man op de kar, bracht hem diep het bos in, daar waar volgens geruchten wolven leefden, en liet hem daar achter onder een oude, dorre eik.
— Vergeef me, oude man, — mompelde ze zonder tranen, — ik kan niet meer… Overleef als je kunt.
En ze vertrok.
Toen het laatste geknars van de wielen in de verte wegstierf, begreep de oude man — hij was alleen. Helemaal alleen. Midden in het bos, tussen hongerige wolven.
De kou trok tot in zijn botten. De grond was vochtig en ijskoud, de nachtelijke lucht sneed langs zijn huid.
Hij voelde een brok in zijn keel. Hij kon niet meer schreeuwen, zijn stem was op. Hij lag daar maar, kijkend naar de donkere hemel door de gaten tussen de takken. Hij had honger en droomde van een druppel water.
Maar plotseling hoorde hij iets angstaanjagends…
Eerst zacht — als het kraken van een tak, het geritsel van poten. Toen steeds dichterbij. Eerst één, dan nog één, en nog één. Zware stappen. En de wind huilde — of was dat een wolf?
De oude man werd werkelijk bang. Zijn hart bonkte zo hard dat het leek te zullen barsten. Wolven. Ze had hem hier achtergelaten zodat de wolven hem zouden verscheuren.
Opeens kwam er een gestalte uit het donker. Grijs, groot, met glanzende ogen waarin een koude vlam danste. Een wolf.
De wolf bleef staan en keek naar hem. Maar toen gebeurde er iets onverwachts 😱😱 Vervolg in de eerste reactie 👇👇
De oude man wilde zijn ogen sluiten, het dier niet meer zien, maar hij kon niet. Dit is het einde, dacht hij. De wolf zal me levend opeten.
Maar de wolf sprong niet naar zijn keel, liet zijn tanden niet zien. Hij kwam langzaam dichterbij, ging naast hem liggen — zo dichtbij dat de oude man de warmte van zijn dikke vacht voelde.
Het dier haalde diep adem, sloot zijn ogen en bewoog niet meer, alleen zijn oren bewogen af en toe.
Eerst kon de oude man het niet geloven. Toen voelde hij de levende, krachtige warmte die van de wolf uitging.
Hij, half bevroren en bijna dood, kroop tegen het dier aan.
De wolf ging niet weg. De wolf verwarmde hem.
En de hele nacht bleven ze zo liggen, twee oude wezens, vergeten door de mensen, maar die elkaar hadden gevonden in het donkere bos.