Een tiener zag een klein meisje dat op het asfalt zat te huilen: hij besloot naar haar toe te gaan, maar toen gebeurde er iets onverwachts 😲😲
De 10-jarige Mark hield ervan om bij het treinstation te zijn. Deze drukke, levendige hoek van de stad vond hij bijzonder. Soms kwam hij hier met vrienden, maar vaker alleen. Hij vond het fijn om op het bankje bij spoor drie te zitten, huiswerk te maken of gewoon te kijken naar de treinen die in de verte verdwenen, terwijl hij droomde van toekomstige reizen.
Die dag begon zoals gewoonlijk. Mark nam plaats op zijn gebruikelijke plek toen hij plotseling iets vreemds zag — vlakbij, bij een lichtmast, zat een meisje op het asfalt. Klein, zo’n vier of vijf jaar oud. Ze hield haar knuffelbeer stevig vast en huilde bitter, zonder naar iemand om te kijken.
Mark was even van zijn stuk, maar besloot naar het meisje toe te gaan – en toen gebeurde er iets onverwachts 😲😲 Verder in de eerste reactie 👇👇
— Waarom huil je? Ben je alleen?
Het meisje antwoordde niet, schudde alleen haar hoofd en klemde haar knuffel nog steviger vast. Hij ging naast haar zitten:
— Ben je verdwaald? Hoe heet je?
— Sara… — fluisterde ze. — Ik liep met mama… ze ging kaartjes halen en zei dat ik hier moest wachten. Maar ze is al heel lang weg…
Mark fronste. Hij was al meer dan een half uur op het station, maar had geen vrouw met kind gezien.
— Weet je het telefoonnummer van je moeder?
Het meisje knikte en snikte terwijl ze het nummer dicteerde.
Mark haalde zijn oude knoptelefoon uit zijn rugzak – zijn ouders hadden hem die gegeven ‘voor het geval dat’. Hij toetste het nummer in. Enkele beltonen. Er werd opgenomen.
— Hallo? — een vrouwelijke stem, bezorgd.
— Hallo. Ik heb uw dochter gevonden. Ze is op het station, bij het derde perron. Ze zit alleen en huilt.
— Mijn God! — riep de vrouw bijna uit. — Ik was maar even kaartjes halen en toen was ze weg! Ik loop het hele station rond en roep de beveiliging!
— Ze is hier. Alles is goed, — zei Mark. — Ik ben bij haar.
Een paar minuten later rende de vrouw, buiten adem, met haar telefoon in haar hand en tranen in haar ogen aan. Ze sloeg haar armen om het meisje en bleef maar zeggen: “Schatje, vergeef me… vergeef me…”
Toen alles wat gekalmeerd was, keek de vrouw naar Mark:
— Dank je wel. Ik liet haar maar heel even alleen — maar ze is waarschijnlijk de verkeerde kant op gegaan… Het is vreselijk. En als jij er niet was geweest… Als ze op het spoor was gekomen… Dank je, jij bent een held.
Mark haalde alleen zijn schouders op. Hij voelde zich een beetje ongemakkelijk, maar vanbinnen had hij een nieuw, warm gevoel.