Deze man was 285 cm lang. Zijn vader moest het plafond van het huis verhogen zodat zijn zoon erin zou passen 😱
Op één dag at deze reus 8 broden, 20 eieren, 2 liter thee, 5 kg vlees en een enorme schaal fruit 😲
Vanwege zijn enorme grootte waren vrouwen bang voor hem, dus bleef hij lange tijd alleen — totdat hij op een dag een vrouw ontmoette van slechts 180 cm, die hem vijf kinderen schonk 😱
Hoe de vrouw van de langste man in de geschiedenis eruitzag, werd getoond in de eerste reactie 👇👇
Fjodor Machnow, geboren in het midden van de 19e eeuw, ging de geschiedenis in als de langste mens die ooit op aarde heeft geleefd. Volgens verschillende bronnen bereikte hij een lengte van 285 cm.
Als kind viel Fjodor niet op tussen zijn leeftijdsgenoten en woonde hij in een dorp bij zijn grootouders. Maar op 8-jarige leeftijd begon hij ineens extreem snel te groeien.
Op zijn 14e was hij al meer dan 2,5 meter lang.
Toen hij 16 was, werd hij opgemerkt door een Duitse circusagent. Die zag potentieel in de gigantische tiener en bood hem een contract aan om in een Duits circus te werken.
In ruil daarvoor kreeg hij voedsel, kleding en een salaris. Maar het circusleven gaf Fjodor niet het geluk dat hij hoopte te vinden, en in 1903 keerde hij terug naar huis.
Eenmaal thuis kocht Fjodor land en een huis. Het landgoed werd aangepast aan zijn formaat. Hij was een goedhartige man en droomde van een gezin.
Het was echter moeilijk om een vrouw te vinden — de meeste vrouwen schrokken van zijn enorme verschijning. Uiteindelijk trouwde hij met Jefrosina Lebedeva, een lerares die ook lang was: 180 cm.
Samen kregen ze vijf kinderen, die ondanks hun afkomst nooit groter werden dan 2 meter.
Een opmerkelijk detail uit zijn leven was zijn dieet. Elke dag at Fjodor een gigantische hoeveelheid voedsel.
Zijn menu bestond uit 8 broden, 20 eieren, 2 liter thee en bier, en enorme hoeveelheden vlees en fruit. Voor het slapengaan at hij ook nog een heel brood, 15 eieren en dronk hij een liter melk of thee.
Ondanks zijn fysieke kracht leefde Fjodor niet lang. Op 10 september 1912 stierf hij op 34-jarige leeftijd aan een longziekte.