Na de dood van haar man kwam de vrouw elk weekend naar zijn graf: ze maakte de steen schoon, trok onkruid weg en zette verse bloemen neer.
Op een ochtend, toen ze het kerkhof betrad, zag ze iets vreemds. Bij het graf van haar man stond een onbekende vrouw – ongeveer veertig jaar oud. De onbekende maakte voorzichtig de steen schoon, legde haar hand op de foto alsof ze zich verontschuldigde.
De vrouw was geschokt, maar durfde niet dichterbij te komen. Ze keek alleen van een afstand toe. Vanaf die dag ging er een jaar voorbij zonder dat ze de onbekende nog zag. Op de verjaardag van haar man kwam ze weer naar het kerkhof. En opnieuw zag ze de vrouw.
— Pardon… kende u mijn man?
De vrouw was ervan overtuigd dat de onbekende de minnares van haar overleden man was, maar de waarheid was veel verschrikkelijker… Vervolg in de eerste reactie 👇👇
De onbekende draaide zich om. In haar ogen lag onrust, maar ook zachtheid.
— Ja. Het spijt me als ik uw plek heb verstoord. Ik… kon gewoon niet wegblijven.
— Wie bent u? — fluisterde Irina. — Was u… dicht bij hem?
Haar stem trilde. Ze haalde een verfrommeld stuk papier uit haar zak en gaf het aan de vrouw.
— Ik was degene die de auto bestuurde. Degene… toen het gebeurde.
De wereld tolde. Het suisde in haar oren. De oudere vrouw kon geen woord uitbrengen.
— Ik ben niet weggereden. Ik bleef, belde een ambulance, werd ondervraagd, stond voor de rechter. Ik werd onschuldig bevonden — hij stak over op een verboden plek. Maar dat doet er niet toe. Ik leef hier elke dag mee. Ik… wilde gewoon iets goedmaken, als dat al mogelijk is.
De vrouw bleef lang stil. Het papier trilde in haar handen. Het was een officieel rapport. Alles was waar. Ze herinnerde zich dat ze destijds de schuldige nooit hadden kunnen vinden.
— Bent u hier al die tijd blijven komen? — vroeg ze zacht.
— Ja. Vaak. Soms ’s nachts. Ik verwachtte geen vergeving.
De weduwe liep langzaam naar het graf toe.
— Hij was koppig. Ik heb hem duizend keer gevraagd geen kortere weg te nemen…
Ze keek naar de onbekende.
— Ga. — haar stem was kalm. — Niet omdat ik je haat. Maar omdat hij mij nooit zou vergeven als ik je voor altijd liet lijden.
De onbekende wilde iets zeggen, maar bedacht zich. Ze knikte en liep stil weg zonder om te kijken.